
We willen niet te veel in de geschiedenis van de IndyCar Series duiken, maar beperken ons in dit artikel leggen we het een en ander uit over de IndyCar-motor en de brandstof waarop motor loopt.
De motor
In de IndyCar Series wordt gebruik gemaakt van een brandstofmotor met standaard specificaties. De motoren worden geleverd door twee fabrikanten, te weten Chevrolet en Honda. De cilinder inhoud is 2,2 liter en is verdeeld over zes cilinders in V-vorm, die ondersteund worden door een twin-turbo. De krachtbron levert 550 tot 700 pk (afhankelijk van de turbodruk), bij maximaal 12.000 toeren per minuut.
Turbodruk
Het hoeveelheid vermogen van de IndyCar-motor wordt bepaald door de turbodruk aan te passen. En dat kan in bepaalde gevallen verschillen om diverse redenen.
Allereerst is er een verschil in vermogen op twee soorten circuits: 'normale' (straten)circuit, waar maximaal 700 pk gebruikt mag worden en de ovals (ovale circuits, zoals bij de Indianapolis 500), waar maximaal 550 pk gebruikt mag worden. Het motorvermogen wordt ingesteld door de turbodruk te veranderen. Zo wordt op de 'normale' (straten)circuits een turbodruk ingesteld van 1500 millibar en daarmee komt er maximaal ongeveer 700 pk vrij. Op grote ovals zoals bijvoorbeeld de Indianapolis 500 (Indy 500) mag maximaal 550 pk gebruikt worden en daarvoor wordt de turbodruk ingesteld op 1300 millibar.
Er zijn twee uitzonderingen. En dat is als eerste de 'Push-To-Pass button', waarmee in races op 'normale' (straten)circuits tijdens een inhaalactie de turbodruk opgeschroefd mag worden naar 1650 millibar. En ten tweede tijdens de kwalificatie voor de Indy 500 mag de turbodruk van 1300 millibar mag worden opgevoerd naar 1400 millibar.
De brandstof
In de IndyCar Series wordt gebruik gemaakt van E85-brandstof. De brandstof wordt sinds 2019 geleverd door Speedway en bestaat voor 85% uit ethanol en 15% benzine (gasoline). De brandstof bevindt zich in enkele scheurvrije tank die een inhoud heeft van iets meer dan 70 liter (= US 18,5 gallons).
Video
Voor 2007 gebruikte men brandstof die bestond uit pure ethanol (E100). Pure ethanol heeft de eigenschap om onzichtbaar te branden. De vlammen zijn gewoonweg niet te zien en dat leverde in het verleden gevaarlijke situaties op, zoals in deze korte video - waarbij Nederlander Arie Luyendyk in 1988 ternauwernood aan de vlammen ontsnapt - te zien is. Opmerkelijk was vooral dat Luyendyk, nadat de vlammen gedoofd waren, gewoon terugkeerde in zijn #7-wagen, om vervolgens de race als negende te eindigen. Een heldendaad, in onze optiek.