
De redenen - te gretig, te ongeduldig, et cetera - die voorgedragen zijn als oorzaak voor de slechte race van Max Verstappen doen er allemaal niet meer toe. Verstappen heeft maandag zelf een belangrijke oorzaak bekendgemaakt. Zijn voorvleugel was verkeerd afgesteld. Zo liet de Red Bull-coureur weten aan De Telegraaf. Het ging om een verschil van maar liefst zeven graden en dat is veel in Formule 1-termen.
Door de afwijkende afstelling van zijn voorvleugel was de aero-balans aan beide zijde van de auto helemaal anders. Dat zou er toe hebben bijgedragen dat Verstappen zich tijdens de race op zondag niet op zijn gemak voelde in zijn RB16, waarmee hij op vrijdag en zaterdag de snelste was.
"Eigelijk ging alles mis", legt Verstappen uit aan De Telegraaf. "De afstelling van mijn voorvleugel bleek helemaal niet te kloppen. Er zat een verschil van zeven graden tussen de ene en de andere kant. En dat is best wel veel. Daarom werkte bijna niets en kun je als coureur weinig doen."
Na de race werd de oorzaak van de slechte race van Verstappen toegeschreven aan zijn ongeduldig houding en dat hij te gretig was geweest. Maar dat wuift Verstappen weg. "Ik wilde hem [Sergio Pérez] op dat punt niet eens inhalen", gaat Verstappen verder. "Ik was niet te ongeduldig, ik kon op die plek niet eens wat doen. Ik wilde gewoon achter hem aansluiten, maar plotseling kreeg ik op dat punt onderstuur en spinde ik."
Vanaf dat moment was Verstappen kansloos voor het podium. Hij moest door de spin, die voor flat spots op de banden had gezorgd, de pits in voor vers rubber. En dat was erg jammer, want ze waren pas 7 ronden oud. "En daarna was het eigenlijk afgelopen. Ik kwam in een trein met auto's terecht en kon niets meer doen", aldus Verstappen.