
Leclerc had alle kansen, maar na een touché met Grosjean na de start eindigde dat in tranen. Het betekende direct het einde voor de Haas coureur, maar ook was het min of meer fataal voor de Monegask. Hij moest direct de pits in en kwam nagenoeg op de laatste plaats de baan weer op. Waarschijnlijk had de auto te veel schade om nog te kunnen aanvallen. Daardoor ging de jonge coureur in de 33e ronde naar binnen en stapte uit.
Ericsson hield de eer hoog maar aangezien ook hij een inhaalrace moest doen waren de verwachtingen niet hoog. Hij reed even in de top 10 maar na zijn pitstop viel hij terug naar de 14e plaats, voor de beide Williams F1 bolides en achter de twee Toro Rosso’s. Ericsson kon niet echt aanvallen en reed net als zijn teamgenoot een kleurloze wedstrijd.