
Al in 2008 begon de toen negenjarige Schumacher aan zijn carrière in de autosport. Hij maakte alleen zijn kartdebuut niet onder de naam Mick Schumacher, maar onder Mick Betsch (de achternaam van zijn moeder). Dit om onnodige aandacht en verwachtingen te voorkomen. Later reed hij tijdelijk onder de naam Mick Junior, maar ook onder zijn schuilnamen wist de pers hem terug te vinden.
Misschien mede om deze reden gebruikt hij sinds het Formuleracen zijn ‘gewone’ naam. Zelf geeft de jonge Duitser aan in een interview met The Guardian dat hij het niet vervelend vindt vergeleken te worden met zijn vader. Michael Schumacher is naast zijn vader ook zijn idool en daarom ziet hij het als een eer met hem vergeleken te worden. Ondanks dit gaan we nu toch verder kijken naar Míck Schumacher, zonder hem te vergelijken met zijn vader.
Schumacher startte het Formule 4 kampioenschap van ADAC, bij team Van Amersfoort Racing, waar hij eindigde op een tiende plek. Het jaar erop wisselde Schumacher naar Prema Powerteam, en haalde dit maal in hetzelfde kampioenschap een tweede plek. In 2017 deed Schumacher mee aan het Europees Formule 3-kampioenschap, waar hij 12e werd. Een jaar later werd hij kampioen in dezelfde klasse. Hetzelfde grapje deed Schumacher vervolgens in de Formule 2: in 2019 moest hij het doen met een 12e plek in het kampioenschap, maar in 2020 werd hij kampioen. Waar het in de Formule 1 al snel duidelijk was wie er kampioen ging worden, hielden ze het in de Formule 2 tot op het laatste moment spannend en werd Callum Ilott uiteindelijk met maar veertien punten verschil tweede. Één punt daar weer achter zat AlphaTauri’s nieuwe rookie Yuki Tsunoda.
Het lijkt erop dat Schumacher tot nu toe altijd een jaartje nodig heeft om op te warmen voordat hij titelkandidaat kan zijn. Maar laten we eerlijk zijn, niemand zal klagen als hij 2021 nodig heeft om in 2022 te strijden om kampioen te worden. Al wordt dat in een Haas misschien wel heel lastig.
Schumacher zal te herkennen zijn aan zijn startnummer 47 op zijn Haas.