
Robin Frijns had zich zijn DTM-weekend in Assen totaal anders voorgesteld. Terwijl hij zaterdag met pech moest uitvallen in de eerste race op het Drentse asfalt kon hij zondagmiddag wel aan de finish komen, maar niet op de plek die hij vooraf in gedachten had. De Limburger moest genoegen nemen met de zesde positie, nadat hij voor zijn verplichte pitstop overtuigend op de derde plek reed.
Het probleem waren de banden, die eerder aan hun einde kwamen dan de Nederlandse Audi-coureur voor mogelijk had gehouden. Met nog tien ronden te gaan was vooral de linker voorband compleet versleten. Frijns moest handen en voeten gebruiken om zijn zesde plaats nog mogelijk te maken.
"Ik kijk niet met het beste gevoel terug op deze race. Ik kom hier namelijk niet om zesde te worden", aldus Frijns tegenover de aanwezige pers in het perscentrum te Assen.
René Rast die vanaf poleposition aan de race begon kwam als vijfde aan bij de finishvlag, nadat hij tweemaal de pits in kwam voor nieuwe banden. De leider in het klassement reed tot zijn twee pitstop aan de leiding in Assen. Maar de slijtage van het rubber dwongen de Duitser tot een tweede bandenstop.
Robin Frijns leek op weg te zijn naar een podium, maar na het verplichte nummer in de pits leek het een stuk minder goed te gaan. Frijns moest steeds meer terrein prijsgeven op de concurrenten. In eindfase van de race moest Frijns nog zijn vijfde plek opgeven aan René Rast en hij kon ternauwernood zijn zesde plek ten opzichte Aston Martin-rijder Daniel Juncadella verdedigen.